Fermenteren werd ontdekt in de 19e eeuw en was aan de basis een methode om voedsel langer te kunnen bewaren. Fermentatie is het omzetten of afbreken van een grondstof door micro-organismen (bacteriën, schimmels en gisten). Tijdens dit proces maken de micro-organismen enzymen aan, die ervoor zorgen dat de zuurtegraad, smaak, geur, verteerbaarheid en de houdbaarheid van het basisproduct verandert.
Wat is fermenteren?
Eigenlijk is fermenteren niets meer of minder dan een alternatieve manier om voedsel langer te kunnen bewaren, waarbij goede bacteriën de hoofdrol spelen. Voorbeelden van gefermenteerd voedsel zijn de meeste kazen en fijne vleeswaren, sojasaus, vissaus, azijn, chocolade, koffie, olijven, wijn, bier,...
Voedsel dat je zelf fermenteert bevat echter veel meer gezonde bacteriën dan wat je kan kopen in de handel: deze producten werden vaak gepasteuriseerd, waardoor ze amper nog werkzame bacteriën bevatten.
Zout of zout?
Twee andere woorden voor fermenteren zijn droogzouten (waarbij fijngesneden groenten met ongeveer 2% zout gemengd worden) en pekelen (hierbij gebruik je grote stukken harde groenten die je in een zoutoplossing van 5% legt).
Zout is key: de micro-organismen bevinden zich reeds op je voeding. Door zout toe te voegen dood je de slechte micro-organismen en krijgen de melkzuurbacteriën (= de goede bacteriën) de kans om zich te vermenigvuldigen en als ridders voor je te gaan vechten.
Waarom gaan we fermenteren?
- Voedsel wordt makkelijker verteerbaar: gifstoffen worden verwijderd.
- De levende bacteriën kunnen sterke geneeskrachtige effecten krijgen, omdat in het proces ook extra voedingsstoffen toegevoegd worden:
- ze zijn probiotisch en zorgen voor onze darmflora, wat onze spijsvertering, ons immuunsysteem en zelfs onze geestelijke gezondheid ten goede komt.
- Gefermenteerde voeding bevat hoge concentraties aan vitaminen, vooral B, C en K.
- Gefermenteerd voedsel smaakt nooit hetzelfde!
- You hate it or you love it...
Prebiotica of probiotica?
Probiotica zijn de goede bacteriën die vooral in onze dikke darm wonen. Bij het fermentatieproces worden deze gestimuleerd om zich te vermenigvuldigen. Zeker na een antibioticakuur, diarree of chemotherapie kan het nodig zijn om onze darmen van extra probiotica te voorzien.
Deze probiotica moeten we voedsel geven, om in leven en actief te blijven. Dat is de rol van de prebiotica. Bepaalde voedingsstoffen, zoals vezels en suiker, kunnen niet door onze spijsverteringsenzymen afgebroken worden. Wanneer ze aankomen in de dikke darm zullen ze dus opgesmuld worden door de goede bacteriën (probiotica), wat hen energie geeft zodat ze kunnen zorgen voor een beter spijsverteringssysteem.
Prebiotica kan je vinden in onze dagelijkse keuken. Enkele voorbeelden zijn: prei, uien, knoflook, cacao, appels, haver, bananen, asperges, gerst, lijnzaad, zeewier,...
Reactie plaatsen
Reacties